Vanaf 1 januari 2026 verandert de manier waarop Nederlanders huurtoeslag krijgen — en het is een van de grootste herzieningen in jaren. Belastingdienst heeft bevestigd dat de langverwachte afschaffing van de maximale huurgrens daadwerkelijk doorgevoerd wordt. Dat betekent: als je een hoge huur betaalt, maar je inkomen laag is, kun je vanaf volgend jaar wel huurtoeslag krijgen — zelfs als je huur boven de €900,07 ligt die nu nog de bovengrens is. Voor veel huurders in grote steden zoals Amsterdam, Utrecht en Rotterdam is dit een ademhaling. Want tot nu toe stond de huurprijs als een muur tussen hen en de steun die ze financieel nodig hadden. Nu valt die muur.
Wat verandert er precies?
De belangrijkste verandering: de maximale huurgrens van €900,07 (voor volwassenen) en €477,20 (voor jongeren tot 23 jaar) verdwijnt volledig als bepalende factor. In plaats daarvan wordt de hoogte van de toeslag alleen nog bepaald door je inkomen, vermogen en de werkelijke huurprijs — met een nieuwe bovengrens voor de berekening: €932,93 voor huurders vanaf 21 jaar en €498,20 voor jongeren van 18 tot 21 jaar. Dat betekent dat iemand die €950 betaalt, maar een laag inkomen heeft, nu wél in aanmerking komt. Vroeger zou die persoon automatisch worden uitgesloten. Nu niet meer.
En dan is er nog een subtiele, maar cruciale wijziging: servicekosten tellen vanaf 2026 niet meer mee bij de berekening van de huurtoeslag. Dat is een grote opluchting voor huurders in nieuwbouw of woningen met warmtepompen, lift, gemeenschappelijke tuinen of andere servicevoorzieningen. Tot nu toe werden die kosten als onderdeel van de huur beschouwd — en daardoor kregen veel mensen minder toeslag dan ze hadden moeten krijgen. Vanaf 2026 worden die kosten buiten de berekening gehouden. De Belastingdienst past dit automatisch aan voor mensen die in 2025 al toeslag kregen voor servicekosten.
Wie profiteert, en wie verliest?
Volgens Volkshuisvesting Nederland, de brancheorganisatie met vestigingen in Utrecht, komen ongeveer 170.000 huishoudens in 2026 voor het eerst in aanmerking voor huurtoeslag. Gemiddeld krijgen ze €175 per maand extra. Dat zijn vooral huurders met een inkomen net boven de armoedegrens, maar met een huur die hoger is dan de oude grens — vaak in steden waar de huurprijs in de afgelopen jaren stevig is gestegen. Ze hadden al recht op steun, maar kregen die niet omdat hun woning te duur was. Nu krijgen ze het.
Maar het is geen vrij pas. Ongeveer 20% van de huidige ontvangers — zo’n 250.000 huishoudens — zullen in 2026 minder huurtoeslag ontvangen. Gemiddeld €9 per maand. Waarom? Omdat de berekening nu transparanter is. Vroeger kregen sommige mensen een onterecht hoog bedrag door de manier waarop servicekosten en de jongerengrens werden toegepast. Nu wordt dat gecorrigeerd. En dan is er nog iets: alle huurtoeslagontvangers, ongeacht hun situatie, betalen in 2026 netto €7,58 minder aan hun eigen bijdrage. Dat is een kleine, maar tastbare verlichting.
De jongerenregel verandert — en dat is belangrijk
De leeftijdsgrens voor jongeren wordt aangepast: vanaf 2026 geldt de lagere huurgrens (€498,20) alleen nog voor jongeren tot en met 21 jaar. Tot nu toe gold die grens tot 23 jaar. Dat betekent dat jongeren van 21 en 22 jaar die in een duurdere woning wonen, plotseling recht krijgen op de hogere huurtoeslag. Een 22-jarige die €850 betaalt, krijgt nu een stuk meer steun dan vroeger. Dat is geen toeval. De overheid wil jongeren die net hun eigen weg beginnen, beter ondersteunen — vooral in steden waar de huurprijzen stijgen en de werkgelegenheid onstabiel is.
Lineaire afbouw: eindelijk duidelijkheid
Een andere, vaak vergeten maar essentiële verandering: de afbouw van de huurtoeslag bij stijgend inkomen wordt lineair. Vroeger was dat een trappetjesmodel — met scherpe drops bij bepaalde inkomensgrenzen. Dat leidde tot onduidelijkheid en soms zelfs tot de zogeheten ‘valkuil van de toeslag’: mensen verdienden net iets meer, en dan verloren ze plotseling honderden euro’s aan steun. Nu wordt het geleidelijk: voor elke extra euro die je verdient, verlies je een vast percentage aan toeslag. Dat maakt het voorspelbaarder. En dat helpt mensen om te kiezen: werken meer, of niet? Nu is het antwoord duidelijker.
Wat betekent dit voor jou?
Als je al huurtoeslag ontvangt, krijg je in december 2025 een brief van de Belastingdienst met het voorschotbedrag voor 2026. Dat is geen gewone brief — het is een signaal: je situatie verandert. Als je nu geen toeslag krijgt, maar je huur boven de €900 ligt, kun je al nu checken of je in 2026 wel in aanmerking komt. Op toeslagen.nl/proefberekening kun je een proefberekening maken. Geen account nodig. Alleen je huur, inkomen en leeftijd. Het duurt drie minuten. En het kan je besparen.
De bredere context: een systeem dat eindelijk eerlijker wordt
Dit is geen losse maatregel. Het is een onderdeel van een grotere herziening van het toeslagensysteem. Ook de kinderopvangtoeslag stijgt, het kindgebonden budget voor lage inkomens wordt verhoogd — maar de zorgtoeslag kan dalen of stijgen, afhankelijk van je levenssituatie. De veranderingen van 2026 bouwen voort op de verhoging van €34,67 per maand die in januari 2024 werd ingevoerd om de koopkracht van laaginkomens te beschermen. Nu wordt het systeem niet alleen versterkt, maar ook vereenvoudigd. De Belastingdienst wil duidelijkheid, eerlijkheid en voorspelbaarheid. En dat is geen kleinigheid.
De overheid benadrukt: de basisvoorwaarden blijven. Je moet in een zelfstandige woning wonen. Je inkomen en vermogen mogen niet boven de grenzen uitkomen. En je moet in Nederland wonen. Maar de beperking van de huurprijs? Die is weg. En dat is een stap in de richting van een eerlijker samenleving.
Frequently Asked Questions
Hoe weet ik of ik in 2026 huurtoeslag krijg?
Je kunt een proefberekening maken op toeslagen.nl/proefberekening. Voer je huur, inkomen, leeftijd en of je servicekosten betaalt in. Het systeem rekent dan uit wat je in 2026 zou krijgen — inclusief de nieuwe regels. Als je huur boven €900 ligt en je inkomen onder de grens, is de kans groot dat je nu wél in aanmerking komt.
Waarom worden servicekosten niet meer meegeteld?
Servicekosten — zoals lift, gemeenschappelijke tuin of warmtepomp — zijn geen echte huur, maar kosten voor voorzieningen. Vroeger werden ze als onderdeel van de huur beschouwd, waardoor mensen met moderne woningen minder toeslag kregen. Dat was onrechtvaardig. Vanaf 2026 worden ze buiten de berekening gehouden, zodat de toeslag eerlijker aansluit op de werkelijke huurkosten.
Waarom krijgen sommige huidige ontvangers minder?
Omdat de oude regels onnauwkeurig waren. Sommige mensen kregen te veel toeslag door de jongerengrens of door servicekosten die meegerekend werden. Nu wordt alles opnieuw berekend op basis van transparante, realistische cijfers. Het gemiddelde verlies is €9 per maand — een correctie, geen straf. De meeste mensen zien hun netto inkomen stijgen door de lagere eigen bijdrage van €7,58.
Wat gebeurt er met mijn vermogen?
Voor alleenstaanden blijft de maximale vermogensgrens in 2026 op €38.479. Als je meer hebt, krijg je geen huurtoeslag — ook niet met de nieuwe regels. Dat is onveranderd. Maar het vermogen wordt nu nauwkeuriger gecontroleerd: spaargeld, beleggingen en soms ook de waarde van een tweede auto tellen mee. Het is belangrijk om dit te checken als je bijna over de grens zit.
Is dit een tijdelijke maatregel of blijft het permanent?
Deze veranderingen zijn bedoeld als blijvende aanpassing. De Belastingdienst noemt ze een ‘herstel van de eerlijkheid’ in het toeslagstelsel. Er is geen tijdslimiet genoemd. De afschaffing van de huurgrens is een structurele verandering — niet een tijdelijke oplossing. Dat maakt het een van de belangrijkste huurtoeslagwijzigingen sinds de invoering in 2001.
Wat als ik nu geen toeslag heb, maar mijn huur stijgt?
Als je huur stijgt, maar je inkomen niet, dan kun je in 2026 wél in aanmerking komen — zelfs als je nu geen toeslag hebt. Dat geldt vooral voor mensen die een huur van €850 tot €950 betalen. Vroeger was dat een muur. Nu is het een deur. Check het op toeslagen.nl/proefberekening. Het kan je een paar honderd euro per jaar opleveren.